Hoe betalen wij voor de zorg?
2022-05-23
Twintig jaar geleden was de financiering van zorg en welzijn heel anders dan tegenwoordig. In 2000 was er het ziekenfonds voor iedereen die in loondienst minder dan ruwweg 29 duizend euro verdiende. Zelfstandigen met een klein inkomen vielen ook onder het ziekenfonds. Wie een hoger inkomen had, was, vrijwillig, particulier verzekerd bij een ziektekostenverzekeraar. Nu is er de zorgverzekering, verplicht voor bijna iedereen.
Twintig jaar geleden werden de kosten voor langdurige zorg vooral betaald via een volksverzekering voor iedereen, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), en maar voor een klein deel direct door de overheid. Nu wordt de langdurige zorg voor een kleiner deel betaald via een volksverzekering, de Wet langdurige zorg (Wlz), terwijl het aandeel van de overheid duidelijk is toegenomen. En binnen de overheid is het aandeel dat betaald wordt door de gemeenten veel groter geworden.
Twintig jaar geleden werd er ook minder uitgegeven aan zorg en welzijn dan tegenwoordig, in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp). In 2000 waren de uitgaven aan zorg en welzijn 10 procent van het bbp. In 2019, het laatste jaar vóór de coronacrisis, was dat opgelopen tot 13,2 procent. Dat komt overeen met 107 miljard euro. Per inwoner is dat 6 186 euro.